Gepubliceerd op 19-01-2021

Agriopus

betekenis & definitie

Cuv., vischgeslacht van de onderklasse der Beenige Visschen, Teleostei, van de orde der üngeleedstraligen, Anarthropterugii, 1ste onder orde, Stekelvinnigen, Acantopterygü, en behoorende tot de familie der Schildwangigen, Cataphracti s. Scleroparei; de soorten hebben een naakte huid, het lichaam is zijdelings saamgedrukt; de lange en hooge rugvin begint reeds boven de oogen; zij leven uitsluitend in de warme zeeën van het zuidelijk halfrond; Agriopus verrucosus komt veelvuldig voor in de nabijheid van Kaap de Goede Hoop; Agriopus peruvianus houdt zich op aan de westkust van Zuid-Amerika.

< >