Werkwoorden vervoegen
weiden
Tegenwoordige tijd weiden
Ik weid
Jij weidt
weid jij?
U weidt
Hij/Zij/Het weidt
Wij weiden
Jullie weiden
Zij weiden
Verleden tijd van weiden
Ik weidde
Jij/U weidde
Hij/Zij/Het weidde
Wij weidden
Jullie weidden
Zij weidden
Voltooid deelwoord van weiden
geweid
Tegenwoordig deelwoord van weiden
weidend