Werkwoorden vervoegen
waterfietsen
Tegenwoordige tijd waterfietsen
Ik waterfiets
Jij waterfietst
waterfiets jij?
U waterfietst
Hij/Zij/Het waterfietst
Wij waterfietsen
Jullie waterfietsen
Zij waterfietsen
Verleden tijd van waterfietsen
Ik waterfietste
Jij/U waterfietste
Hij/Zij/Het waterfietste
Wij waterfietsten
Jullie waterfietsten
Zij waterfietsten
Voltooid deelwoord van waterfietsen
gewaterfietst
Tegenwoordig deelwoord van waterfietsen
waterfietsend