Werkwoorden vervoegen
vloggen
Tegenwoordige tijd vloggen
Ik vlog
Jij vlogt
vlog jij?
U vlogt
Hij/Zij/Het vlogt
Wij vloggen
Jullie vloggen
Zij vloggen
Verleden tijd van vloggen
Ik vlogde
Jij/U vlogde
Hij/Zij/Het vlogde
Wij vlogden
Jullie vlogden
Zij vlogden
Voltooid deelwoord van vloggen
gevlogd
Tegenwoordig deelwoord van vloggen
vloggend