Werkwoorden vervoegen
verzilveren
Tegenwoordige tijd verzilveren
Ik verzilver
Jij verzilvert
verzilver jij?
U verzilvert
Hij/Zij/Het verzilvert
Wij verzilveren
Jullie verzilveren
Zij verzilveren
Verleden tijd van verzilveren
Ik verzilverde
Jij/U verzilverde
Hij/Zij/Het verzilverde
Wij verzilverden
Jullie verzilverden
Zij verzilverden
Voltooid deelwoord van verzilveren
verzilverd
Tegenwoordig deelwoord van verzilveren
verzilverend