Werkwoorden vervoegen
verwittigen
Tegenwoordige tijd verwittigen
Ik verwittig
Jij verwittigt
verwittig
U verwittigt
Hij/Zij/Het verwittigt
Wij verwittigen
Jullie verwittigen
Zij verwittigen
Verleden tijd van verwittigen
Ik verwittigde
Jij/U verwittigde
Hij/Zij/Het verwittigde
Wij verwittigden
Jullie verwittigden
Zij verwittigden
Voltooid deelwoord van verwittigen
verwittigd
Tegenwoordig deelwoord van verwittigen
verwittigend