Werkwoorden vervoegen
vervoederen
Tegenwoordige tijd vervoederen
Ik vervoeder
Jij/U vervoedert
Hij/Zij/Het vervoedert
Wij vervoederen
Jullie vervoederen
Zij vervoederen
Verleden tijd van vervoederen
Ik vervoederde
Jij/U vervoederde
Hij/Zij/Het vervoederde
Wij vervoederden
Jullie vervoederden
Zij vervoederden
Voltooid deelwoord van vervoederen
vervoederd
Tegenwoordig deelwoord van vervoederen
vervoederend