Werkwoorden vervoegen
veropenbaren
Tegenwoordige tijd veropenbaren
Ik veropenbaar
Jij veropenbaart
veropenbaar
U veropenbaart
Hij/Zij/Het veropenbaart
Wij veropenbaren
Jullie veropenbaren
Zij veropenbaren
Verleden tijd van veropenbaren
Ik veropenbaarde
Jij/U veropenbaarde
Hij/Zij/Het veropenbaarde
Wij veropenbaarden
Jullie veropenbaarden
Zij veropenbaarden
Voltooid deelwoord van veropenbaren
veropenbaard
Tegenwoordig deelwoord van veropenbaren
veropenbarend