Werkwoorden vervoegen
vermengen
Tegenwoordige tijd vermengen
Ik vermeng
Jij vermengt
vermeng jij?
U vermengt
Hij/Zij/Het vermengt
Wij vermengen
Jullie vermengen
Zij vermengen
Verleden tijd van vermengen
Ik vermengde
Jij/U vermengde
Hij/Zij/Het vermengde
Wij vermengden
Jullie vermengden
Zij vermengden
Voltooid deelwoord van vermengen
vermengd
Tegenwoordig deelwoord van vermengen
vermengend