Werkwoorden vervoegen
vergenoegen
Tegenwoordige tijd vergenoegen
Ik vergenoeg
Jij vergenoegt
vergenoeg jij?
U vergenoegt
Hij/Zij/Het vergenoegt
Wij vergenoegen
Jullie vergenoegen
Zij vergenoegen
Verleden tijd van vergenoegen
Ik vergenoegde
Jij/U vergenoegde
Hij/Zij/Het vergenoegde
Wij vergenoegden
Jullie vergenoegden
Zij vergenoegden
Voltooid deelwoord van vergenoegen
vergenoegd
Tegenwoordig deelwoord van vergenoegen
vergenoegend