Werkwoorden vervoegen
vereenvoudigen
Tegenwoordige tijd vereenvoudigen
Ik vereenvoudig
Jij vereenvoudigt
vereenvoudig jij?
U vereenvoudigt
Hij/Zij/Het vereenvoudigt
Wij vereenvoudigen
Jullie vereenvoudigen
Zij vereenvoudigen
Verleden tijd van vereenvoudigen
Ik vereenvoudigde
Jij/U vereenvoudigde
Hij/Zij/Het vereenvoudigde
Wij vereenvoudigden
Jullie vereenvoudigden
Zij vereenvoudigden
Voltooid deelwoord van vereenvoudigen
vereenvoudigd
Tegenwoordig deelwoord van vereenvoudigen
vereenvoudigend