Werkwoorden vervoegen
vastsjorren
Tegenwoordige tijd vastsjorren
Ik sjor vast
Jij sjort vast
sjor jij vast?
U sjort vast
Hij/Zij/Het sjort vast
Wij sjorren vast
Jullie sjorren vast
Zij sjorren vast
Verleden tijd van vastsjorren
Ik sjorde vast
Jij/U sjorde vast
Hij/Zij/Het sjorde vast
Wij sjorden vast
Jullie sjorden vast
Zij sjorden vast
Voltooid deelwoord van vastsjorren
vastgesjord
Tegenwoordig deelwoord van vastsjorren
vastsjorrend