Werkwoorden vervoegen
tv-kijken
Tegenwoordige tijd tv-kijken
Ik kijk tv
Jij kijkt tv
kijk jij tv?
U kijkt tv
Hij/Zij/Het kijkt tv
Wij kijken tv
Jullie kijken tv
Zij kijken tv
Verleden tijd van tv-kijken
Ik keek tv
Jij/U keek tv
Hij/Zij/Het keek tv
Wij keken tv
Jullie keken tv
Zij keken tv
Voltooid deelwoord van tv-kijken
tv-gekeken
Tegenwoordig deelwoord van tv-kijken
tv-kijkend