Werkwoorden vervoegen
toevertrouwen
Tegenwoordige tijd toevertrouwen
Ik vertrouw toe
Jij vertrouwt toe
vertrouw jij toe?
U vertrouwt toe
Hij/Zij/Het vertrouwt toe
Wij vertrouwen toe
Jullie vertrouwen toe
Zij vertrouwen toe
Verleden tijd van toevertrouwen
Ik vertrouwde toe
Jij/U vertrouwde toe
Hij/Zij/Het vertrouwde toe
Wij vertrouwden toe
Jullie vertrouwden toe
Zij vertrouwden toe
Voltooid deelwoord van toevertrouwen
toevertrouwd
Tegenwoordig deelwoord van toevertrouwen
toevertrouwend