Werkwoorden vervoegen
toewijden
Tegenwoordige tijd toewijden
Ik wijd toe
Jij wijdt toe
wijd jij toe?
U wijdt toe
Hij/Zij/Het wijdt toe
Wij wijden toe
Jullie wijden toe
Zij wijden toe
Verleden tijd van toewijden
Ik wijdde toe
Jij/U wijdde toe
Hij/Zij/Het wijdde toe
Wij wijdden toe
Jullie wijdden toe
Zij wijdden toe
Voltooid deelwoord van toewijden
toegewijd
Tegenwoordig deelwoord van toewijden
toewijdend