Werkwoorden vervoegen
syncoperen
Tegenwoordige tijd syncoperen
Ik syncopeer
Jij syncopeert
syncopeer jij?
U syncopeert
Hij/Zij/Het syncopeert
Wij syncoperen
Jullie syncoperen
Zij syncoperen
Verleden tijd van syncoperen
Ik syncopeerde
Jij/U syncopeerde
Hij/Zij/Het syncopeerde
Wij syncopeerden
Jullie syncopeerden
Zij syncopeerden
Voltooid deelwoord van syncoperen
gesyncopeerd
Tegenwoordig deelwoord van syncoperen
syncoperend