Werkwoorden vervoegen
supprimeren
Tegenwoordige tijd supprimeren
Ik supprimeer
Jij supprimeert
supprimeer jij?
U supprimeert
Hij/Zij/Het supprimeert
Wij supprimeren
Jullie supprimeren
Zij supprimeren
Verleden tijd van supprimeren
Ik supprimeerde
Jij/U supprimeerde
Hij/Zij/Het supprimeerde
Wij supprimeerden
Jullie supprimeerden
Zij supprimeerden
Voltooid deelwoord van supprimeren
gesupprimeerd
Tegenwoordig deelwoord van supprimeren
supprimerend