Werkwoorden vervoegen
substantiveren
Tegenwoordige tijd substantiveren
Ik substantiveer
Jij substantiveert
substantiveer jij?
U substantiveert
Hij/Zij/Het substantiveert
Wij substantiveren
Jullie substantiveren
Zij substantiveren
Verleden tijd van substantiveren
Ik substantiveerde
Jij/U substantiveerde
Hij/Zij/Het substantiveerde
Wij substantiveerden
Jullie substantiveerden
Zij substantiveerden
Voltooid deelwoord van substantiveren
gesubstantiveerd
Tegenwoordig deelwoord van substantiveren
substantiverend