Werkwoorden vervoegen
strekken
Tegenwoordige tijd strekken
Ik strek
Jij strekt
strek
U strekt
Hij/Zij/Het strekt
Wij strekken
Jullie strekken
Zij strekken
Verleden tijd van strekken
Ik strekte
Jij/U strekte
Hij/Zij/Het strekte
Wij strekten
Jullie strekten
Zij strekten
Voltooid deelwoord van strekken
gestrekt
Tegenwoordig deelwoord van strekken
strekkend