Werkwoorden vervoegen
stereotyperen
Tegenwoordige tijd stereotyperen
Ik stereotypeer
Jij stereotypeert
stereotypeer jij?
U stereotypeert
Hij/Zij/Het stereotypeert
Wij stereotyperen
Jullie stereotyperen
Zij stereotyperen
Verleden tijd van stereotyperen
Ik stereotypeerde
Jij/U stereotypeerde
Hij/Zij/Het stereotypeerde
Wij stereotypeerden
Jullie stereotypeerden
Zij stereotypeerden
Voltooid deelwoord van stereotyperen
gestereotypeerd
Tegenwoordig deelwoord van stereotyperen
stereotyperend