Werkwoorden vervoegen
steendrukken
Tegenwoordige tijd steendrukken
Ik steendruk
Jij steendrukt
steendruk jij?
U steendrukt
Hij/Zij/Het steendrukt
Wij steendrukken
Jullie steendrukken
Zij steendrukken
Verleden tijd van steendrukken
Ik steendrukte
Jij/U steendrukte
Hij/Zij/Het steendrukte
Wij steendrukten
Jullie steendrukten
Zij steendrukten
Voltooid deelwoord van steendrukken
gesteendrukt
Tegenwoordig deelwoord van steendrukken
steendrukkend