Werkwoorden vervoegen
spioneren
Tegenwoordige tijd spioneren
Ik spioneer
Jij spioneert
spioneer jij?
U spioneert
Hij/Zij/Het spioneert
Wij spioneren
Jullie spioneren
Zij spioneren
Verleden tijd van spioneren
Ik spioneerde
Jij/U spioneerde
Hij/Zij/Het spioneerde
Wij spioneerden
Jullie spioneerden
Zij spioneerden
Voltooid deelwoord van spioneren
gespioneerd
Tegenwoordig deelwoord van spioneren
spionerend