Werkwoorden vervoegen
spammen
Tegenwoordige tijd spammen
Ik spam
Jij spamt
spam jij?
U spamt
Hij/Zij/Het spamt
Wij spammen
Jullie spammen
Zij spammen
Verleden tijd van spammen
Ik spamde
Jij/U spamde
Hij/Zij/Het spamde
Wij spamden
Jullie spamden
Zij spamden
Voltooid deelwoord van spammen
gespamd
Tegenwoordig deelwoord van spammen
spammend