Werkwoorden vervoegen
screenen
Tegenwoordige tijd screenen
Ik screen
Jij screent
screen jij?
U screent
Hij/Zij/Het screent
Wij screenen
Jullie screenen
Zij screenen
Verleden tijd van screenen
Ik screende
Jij/U screende
Hij/Zij/Het screende
Wij screenden
Jullie screenden
Zij screenden
Voltooid deelwoord van screenen
gescreend
Tegenwoordig deelwoord van screenen
screenend