Werkwoorden vervoegen
schrijden
Tegenwoordige tijd schrijden
Ik schrijd
Jij schrijdt
schrijd jij?
U schrijdt
Hij/Zij/Het schrijdt
Wij schrijden
Jullie schrijden
Zij schrijden
Verleden tijd van schrijden
Ik schreed
Jij/U schreed
Hij/Zij/Het schreed
Wij schreden
Jullie schreden
Zij schreden
Voltooid deelwoord van schrijden
geschreden
Tegenwoordig deelwoord van schrijden
schrijdend