Werkwoorden vervoegen
schematiseren
Tegenwoordige tijd schematiseren
Ik schematiseer
Jij schematiseert
schematiseer
U schematiseert
Hij/Zij/Het schematiseert
Wij schematiseren
Jullie schematiseren
Zij schematiseren
Verleden tijd van schematiseren
Ik schematiseerde
Jij/U schematiseerde
Hij/Zij/Het schematiseerde
Wij schematiseerden
Jullie schematiseerden
Zij schematiseerden
Voltooid deelwoord van schematiseren
geschematiseerd
Tegenwoordig deelwoord van schematiseren
schematiserend