Werkwoorden vervoegen
scheefwerken
Tegenwoordige tijd scheefwerken
Ik werk scheef
Jij werkt scheef
werk jij scheef?
U werkt scheef
Hij/Zij/Het werkt scheef
Wij werken scheef
Jullie werken scheef
Zij werken scheef
Verleden tijd van scheefwerken
Ik werkte scheef
Jij/U werkte scheef
Hij/Zij/Het werkte scheef
Wij werkten scheef
Jullie werkten scheef
Zij werkten scheef
Voltooid deelwoord van scheefwerken
scheefgewerkt
Tegenwoordig deelwoord van scheefwerken
scheefwerkend