Werkwoorden vervoegen
romantiseren
Tegenwoordige tijd romantiseren
Ik romantiseer
Jij romantiseert
romantiseer jij?
U romantiseert
Hij/Zij/Het romantiseert
Wij romantiseren
Jullie romantiseren
Zij romantiseren
Verleden tijd van romantiseren
Ik romantiseerde
Jij/U romantiseerde
Hij/Zij/Het romantiseerde
Wij romantiseerden
Jullie romantiseerden
Zij romantiseerden
Voltooid deelwoord van romantiseren
geromantiseerd
Tegenwoordig deelwoord van romantiseren
romantiserend