Werkwoorden vervoegen
representeren
Tegenwoordige tijd representeren
Ik representeer
Jij representeert
representeer jij?
U representeert
Hij/Zij/Het representeert
Wij representeren
Jullie representeren
Zij representeren
Verleden tijd van representeren
Ik representeerde
Jij/U representeerde
Hij/Zij/Het representeerde
Wij representeerden
Jullie representeerden
Zij representeerden
Voltooid deelwoord van representeren
gerepresenteerd
Tegenwoordig deelwoord van representeren
representerend