Werkwoorden vervoegen
regulariseren
Tegenwoordige tijd regulariseren
Ik regulariseer
Jij regulariseert
regulariseer jij?
U regulariseert
Hij/Zij/Het regulariseert
Wij regulariseren
Jullie regulariseren
Zij regulariseren
Verleden tijd van regulariseren
Ik regulariseerde
Jij/U regulariseerde
Hij/Zij/Het regulariseerde
Wij regulariseerden
Jullie regulariseerden
Zij regulariseerden
Voltooid deelwoord van regulariseren
geregulariseerd
Tegenwoordig deelwoord van regulariseren
regulariserend