Werkwoorden vervoegen
recycleren
Tegenwoordige tijd recycleren
Ik recycleer
Jij recycleert
recycleer jij?
U recycleert
Hij/Zij/Het recycleert
Wij recycleren
Jullie recycleren
Zij recycleren
Verleden tijd van recycleren
Ik recycleerde
Jij/U recycleerde
Hij/Zij/Het recycleerde
Wij recycleerden
Jullie recycleerden
Zij recycleerden
Voltooid deelwoord van recycleren
gerecycleerd
Tegenwoordig deelwoord van recycleren
recyclerend