Werkwoorden vervoegen
quadrilleren
Tegenwoordige tijd quadrilleren
Ik quadrilleer
Jij quadrilleert
quadrilleer jij?
U quadrilleert
Hij/Zij/Het quadrilleert
Wij quadrilleren
Jullie quadrilleren
Zij quadrilleren
Verleden tijd van quadrilleren
Ik quadrilleerde
Jij/U quadrilleerde
Hij/Zij/Het quadrilleerde
Wij quadrilleerden
Jullie quadrilleerden
Zij quadrilleerden
Voltooid deelwoord van quadrilleren
gequadrilleerd
Tegenwoordig deelwoord van quadrilleren
quadrillerend