Werkwoorden vervoegen
postuleren
Tegenwoordige tijd postuleren
Ik postuleer
Jij/U postuleert
Hij/Zij/Het postuleert
Wij postuleren
Jullie postuleren
Zij postuleren
Verleden tijd van postuleren
Ik postuleerde
Jij/U postuleerde
Hij/Zij/Het postuleerde
Wij postuleerden
Jullie postuleerden
Zij postuleerden
Voltooid deelwoord van postuleren
gepostuleerd
Tegenwoordig deelwoord van postuleren
postulerend