Werkwoorden vervoegen
playbacken
Tegenwoordige tijd playbacken
Ik playback
Jij playbackt
playback jij?
U playbackt
Hij/Zij/Het playbackt
Wij playbacken
Jullie playbacken
Zij playbacken
Verleden tijd van playbacken
Ik playbackte
Jij/U playbackte
Hij/Zij/Het playbackte
Wij playbackten
Jullie playbackten
Zij playbackten
Voltooid deelwoord van playbacken
geplaybackt
Tegenwoordig deelwoord van playbacken
playbackend