Werkwoorden vervoegen
parasiteren
Tegenwoordige tijd parasiteren
Ik parasiteer
Jij parasiteert
parasiteer jij?
U parasiteert
Hij/Zij/Het parasiteert
Wij parasiteren
Jullie parasiteren
Zij parasiteren
Verleden tijd van parasiteren
Ik parasiteerde
Jij/U parasiteerde
Hij/Zij/Het parasiteerde
Wij parasiteerden
Jullie parasiteerden
Zij parasiteerden
Voltooid deelwoord van parasiteren
geparasiteerd
Tegenwoordig deelwoord van parasiteren
parasiterend