Werkwoorden vervoegen
overseinen
Tegenwoordige tijd overseinen
Ik sein over
Jij seint over
sein jij over?
U seint over
Hij/Zij/Het seint over
Wij seinen over
Jullie seinen over
Zij seinen over
Verleden tijd van overseinen
Ik seinde over
Jij/U seinde over
Hij/Zij/Het seinde over
Wij seinden over
Jullie seinden over
Zij seinden over
Voltooid deelwoord van overseinen
overgeseind
Tegenwoordig deelwoord van overseinen
overseinend