Werkwoorden vervoegen
openwerken
Tegenwoordige tijd openwerken
Ik werk open
Jij werkt open
werk jij open?
U werkt open
Hij/Zij/Het werkt open
Wij werken open
Jullie werken open
Zij werken open
Verleden tijd van openwerken
Ik werkte open
Jij/U werkte open
Hij/Zij/Het werkte open
Wij werkten open
Jullie werkten open
Zij werkten open
Voltooid deelwoord van openwerken
opengewerkt
Tegenwoordig deelwoord van openwerken
openwerkend