Werkwoorden vervoegen
ontluizen
Tegenwoordige tijd ontluizen
Ik ontluis
Jij ontluist
ontluis
U ontluist
Hij/Zij/Het ontluist
Wij ontluizen
Jullie ontluizen
Zij ontluizen
Verleden tijd van ontluizen
Ik ontluisde
Jij/U ontluisde
Hij/Zij/Het ontluisde
Wij ontluisden
Jullie ontluisden
Zij ontluisden
Voltooid deelwoord van ontluizen
ontluisd
Tegenwoordig deelwoord van ontluizen
ontluizend