Werkwoorden vervoegen
ontlenen
Tegenwoordige tijd ontlenen
Ik ontleen
Jij ontleent
ontleen
U ontleent
Hij/Zij/Het ontleent
Wij ontlenen
Jullie ontlenen
Zij ontlenen
Verleden tijd van ontlenen
Ik ontleende
Jij/U ontleende
Hij/Zij/Het ontleende
Wij ontleenden
Jullie ontleenden
Zij ontleenden
Voltooid deelwoord van ontlenen
ontleend
Tegenwoordig deelwoord van ontlenen
ontlenend