Werkwoorden vervoegen
ontkolen
Tegenwoordige tijd ontkolen
Ik ontkool
Jij ontkoolt
ontkool
U ontkoolt
Hij/Zij/Het ontkoolt
Wij ontkolen
Jullie ontkolen
Zij ontkolen
Verleden tijd van ontkolen
Ik ontkoolde
Jij/U ontkoolde
Hij/Zij/Het ontkoolde
Wij onrkoolden
Jullie onrkoolden
Zij onrkoolden
Voltooid deelwoord van ontkolen
ontkoold
Tegenwoordig deelwoord van ontkolen
ontkolend