Werkwoorden vervoegen
onderheien (met heipalen stutten)
Tegenwoordige tijd onderheien
Ik onderhei
Jij onderheit
onderhei jij?
U onderheit
Hij/Zij/Het onderheit
Wij onderheien
Jullie onderheien
Zij onderheien
Verleden tijd van onderheien
Ik onderheide
Jij/U onderheide
Hij/Zij/Het onderheide
Wij onderheiden
Jullie onderheiden
Zij onderheiden
Voltooid deelwoord van onderheien
onderheid
Tegenwoordig deelwoord van onderheien
onderheiend
onderheien (ondergronds indrijven)
Tegenwoordige tijd onderheien
Ik hei onder
Jij heit onder
hei jij onder?
U heit onder
Hij/Zij/Het heit onder
Wij heien onder
Jullie heien onder
Zij heien onder
Verleden tijd van onderheien
Ik heide onder
Jij/U heide onder
Hij/Zij/Het heide onder
Wij heiden onder
Jullie heiden onder
Zij heiden onder
Voltooid deelwoord van onderheien
ondergeheid
Tegenwoordig deelwoord van onderheien
onderheiend