Werkwoorden vervoegen
omzetten (rondom bezetten of beleggen)
Tegenwoordige tijd omzetten
Ik omzet
Jij omzet
omzet jij?
U omzet
Hij/Zij/Het omzet
Wij omzetten
Jullie omzetten
Zij omzetten
Verleden tijd van omzetten
Ik omzette
Jij/U omzette
Hij/Zij/Het omzette
Wij omzetten
Jullie omzetten
Zij omzetten
Voltooid deelwoord van omzetten
omzet
Tegenwoordig deelwoord van omzetten
omzettend
omzetten (van plaats doen veranderen, verwisselen)
Tegenwoordige tijd omzetten
Ik zet om
Jij zet om
zet jij om?
U zet om
Hij/Zij/Het zet om
Wij zetten om
Jullie zetten om
Zij zetten om
Verleden tijd van omzetten
Ik zette om
Jij/U zette om
Hij/Zij/Het zette om
Wij zetten om
Jullie zetten om
Zij zetten om
Voltooid deelwoord van omzetten
omgezet
Tegenwoordig deelwoord van omzetten
omzettend