Werkwoorden vervoegen
omkaderen
Tegenwoordige tijd omkaderen
Ik omkader
Jij omkadert
omkader jij?
U omkadert
Hij/Zij/Het omkadert
Wij omkaderen
Jullie omkaderen
Zij omkaderen
Verleden tijd van omkaderen
Ik omkaderde
Jij/U omkaderde
Hij/Zij/Het omkaderde
Wij omkaderden
Jullie omkaderden
Zij omkaderden
Voltooid deelwoord van omkaderen
omkaderd
Tegenwoordig deelwoord van omkaderen
omkaderend