Werkwoorden vervoegen
nomineren
Tegenwoordige tijd nomineren
Ik nomineer
Jij nomineert
nomineer jij?
U nomineert
Hij/Zij/Het nomineert
Wij nomineren
Jullie nomineren
Zij nomineren
Verleden tijd van nomineren
Ik nomineerde
Jij/U nomineerde
Hij/Zij/Het nomineerde
Wij nomineerden
Jullie nomineerden
Zij nomineerden
Voltooid deelwoord van nomineren
genomineerd
Tegenwoordig deelwoord van nomineren
nominerend