Werkwoorden vervoegen
navoelen
Tegenwoordige tijd navoelen
Ik voel na
Jij voelt na
voel jij na?
U voelt na
Hij/Zij/Het voelt na
Wij voelen na
Jullie voelen na
Zij voelen na
Verleden tijd van navoelen
Ik voelde na
Jij/U voelde na
Hij/Zij/Het voelde na
Wij voelden na
Jullie voelden na
Zij voelden na
Voltooid deelwoord van navoelen
nagevoeld
Tegenwoordig deelwoord van navoelen
navoelend