Werkwoorden vervoegen
monken
Tegenwoordige tijd monken
Ik monk
Jij monkt
monk jij?
U monkt
Hij/Zij/Het monkt
Wij monken
Jullie monken
Zij monken
Verleden tijd van monken
Ik monkte
Jij/U monkte
Hij/Zij/Het monkte
Wij monkten
Jullie monkten
Zij monkten
Voltooid deelwoord van monken
gemonkt
Tegenwoordig deelwoord van monken
monkend