Werkwoorden vervoegen
militeren
Tegenwoordige tijd militeren
Ik militeer
Jij militeert
militeer jij?
U militeert
Hij/Zij/Het militeert
Wij militeren
Jullie militeren
Zij militeren
Verleden tijd van militeren
Ik militeerde
Jij/U militeerde
Hij/Zij/Het militeerde
Wij militeerden
Jullie militeerden
Zij militeerden
Voltooid deelwoord van militeren
gemiliteerd
Tegenwoordig deelwoord van militeren
militerend