Werkwoorden vervoegen
miauwen
Tegenwoordige tijd miauwen
Ik miauw
Jij miauwt
miauw jij?
U miauwt
Hij/Zij/Het miauwt
Wij miauwen
Jullie miauwen
Zij miauwen
Verleden tijd van miauwen
Ik miauwde
Jij/U miauwde
Hij/Zij/Het miauwde
Wij miauwden
Jullie miauwden
Zij miauwden
Voltooid deelwoord van miauwen
gemiauwd
Tegenwoordig deelwoord van miauwen
miauwend