Werkwoorden vervoegen
masseren
Tegenwoordige tijd masseren
Ik masseer
Jij masseert
masseer jij?
U masseert
Hij/Zij/Het masseert
Wij masseren
Jullie masseren
Zij masseren
Verleden tijd van masseren
Ik masseerde
Jij/U masseerde
Hij/Zij/Het masseerde
Wij masseerden
Jullie masseerden
Zij masseerden
Voltooid deelwoord van masseren
gemasseerd
Tegenwoordig deelwoord van masseren
masserend