Werkwoorden vervoegen
lispelen
Tegenwoordige tijd lispelen
Ik lispel
Jij/U lispelt
Hij/Zij/Het lispelt
Wij lispelen
Jullie lispelen
Zij lispelen
Verleden tijd van lispelen
Ik lispelde
Jij/U lispelde
Hij/Zij/Het lispelde
Wij lispelden
Jullie lispelden
Zij lispelden
Voltooid deelwoord van lispelen
gelispeld
Tegenwoordig deelwoord van lispelen
lispelend